Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [23]Want wie [24]het leven wil liefhebben, en [25]goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken; 23. Deze plaats is genomen uit Ps.34:13, enz., en daarin volgt de apostel meest de Griekse overzetting, die den zin van den Hebreeuwsen tekst wel uitdrukt. Doch hetgeen de profeet vragenderwijze voorstelt, zegt de apostel verhalender wijze. 24. Hebreeuws wie is de man die het leven wil en liefheeft of begeert het goede te zien? 25. Dat is, een gelukzalig leven leiden. Want al is het, dat de godzaligen menigmaal verdrukt worden, zo houden zij nochtans altijd een goede conscientie, en hebben ene zalige uitkomst te verwachten. Waarom zij ook zichzelf verheugen in de verdrukkingen; Rom.5:3; Jak.1:2, enz.